2021 (Geplaatst op: 26-06-2021)
Extreem weer
Extreem weer!
Op 1 november 1800 raasde er over Nederland en dus ook over Liempde een zeer zware storm. In verschillende omliggende dorpen werden de spitsen van de kerktoren afgeblazen, o.a. in Sint Oedenrode en Oirschot. In Liempde was ongeveer aan alle gebouwen schade. De inwoners konden de schade aangeven bij het gemeentebestuur door middel van briefjes met opgave van de schade. Het geschatte bedrag is ondertekend. Hieruit is op te maken dat er aan veel huizen zeer zware schade is toegebracht.
Het jaar 1808 staat te boek als een jaar met een extreem hete zomer. Het dorpsbestuur krijgt van de overheid een document toegestuurd met 15 artikelen betrekking hebbend op de grote hitte en de zonnestralen waaraan de inwoners, die buiten werken, zich bloot stellen. Dit document is opgesteld door de President en leden der departementale commissie van geneeskundig onderzoek en Toezicht te Utrecht op 26 juli 1806. Dit document moet aan de inwoners bekend gemaakt worden.
De inleiding luidt als volgt: Kort onderricht hoe zich vooral de landlieden en allen die in de open lucht werken voor de nadelige invloed der grote zonnestralen en zomerse hitte moeten in acht nemen om gevaarlijk toevallen en hevige ziekte onder Gods zegen te voorkomen en in goede staat van gezondheid te blijven. Er volgen aanbevelingen en methodes om bij uitbreken van ziektes deze te bestrijden en kleren en inboedel en huizen te ontsmetten.
Op 4 augustus werd de omgeving getroffen door zwaar noodweer, waarbij op de kermis in Liempde de kramen en draaimolen omver werden geblazen.
Velen van U weten nog wel de droogte van 1959. De boeren moesten de drinkkuilen diep uitgraven om nog water aan te kunnen voor het vee. Op Kasteren werd bij de molen een Nortonput geslagen, waar men voor 50 cent een gierton (500 liter) water kon halen voor het vee en de was. In de keuken was in een groot gedeelte van de huizen geen waterleiding. Een kan drinkwater kostte 50 cent.
1976 was evenzeer een droge zomer. Op enkele plaatsen werd door de boeren al beregend. Dit mocht echter niet meer in de jaren daarna. Dan moet men bij de provincie aangeven als men een waterput had voor beregening, een aanvraag indienen voor het slaan van een nieuwe put, waarbij iedereen een pomp moet hebben met een meter erop die aangeeft hoeveel m³ water men gebruikt. Men ging er van uit dat het steeds droger zou worden.
Het weer is soms onvoorspelbaar en extreem; dit zal altijd zo blijven, maar het komt altijd weer goed!
Jan van de Sande